Op een dag lagen Sam en haar moeder rustig te herkauwen van het
gras wat ze in de uren daarvoor gegeten hadden. Ineens was er een drukte van
belang.
'Mamma wat is er aan de hand?' zei Samira, 'wat gebeurd er nu?'
'Oh,' zei ma
schaap, 'we gaan misschien wel een eindje verder trekken naar een nieuw stukje
heide of een lekker stukje grasland'.
Maar nee er waren een heleboel mensen bij
en alle schapen werden bij elkaar gezet en moesten stuk voor stuk door een
poortje en toen… Toen werden ze op hun billen gezet en roetsj roetsj met een
groot soort elektrische schaar werd alle wol van hun lijf geschoren. Sam moest
ook door het poortje, maar ze zag of hoorde haar moeder niet meer en toen ze
aan het eind was hoorde ze alleen maar bzz bzz van de scheermachine. Dus toen het
poortje openging sprong ze gauw naar buiten op zoek naar Ma schaap. Maar waar
was mamma? Ze hoorde wel de bel en er liep ook wel iets naar haar toe, maar het
was dun en het rook raar.
'Mamma, mamma,' blaatte Sam, 'waar ben je?'
'Hier kind vlak
voor je,' blaatte ma schaap terug. 'Ik zie er alleen een beetje anders uit, want ze
hebben mijn wol afgeschoren'.
Sam vond het doodeng, maar ging uiteindelijk toch
maar kijken of ze een slokje kon drinken bij dat vreemde wezen dat ma schaap
leek te zijn en dat lukte en smaakte heerlijk na alle consternatie. Het voelde toch wel naar ma schaap, dus ze moest het haast wel zijn. Sam kon weer met een gerust hart in de wei dartelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten