Sam was lekker aan het spelen met de andere lammeren toen ze
ineens wat vreemds zag bij haar moeder. Boven op de rug van ma schaap zat iets
wat bewoog, maar het was geen schaap en geen lam en geen hond. Al die dieren
kende ze al, maar dit, dit was anders. Het had twee pootjes en een klein kopje
en aan dat kopje zat iets langwerpigs en dat plukte in de wol van ma schaap en
die wol hield dat dier vast. Samira rende naar haar moeder en blaatte:
‘Ma, wat is dat voor dier op je rug?’
‘Och kind, dat is een vogel en die heet Aaf. Het is een raaf.
Ze wil een nestje bouwen en heeft wat zachts nodig om haar eieren in te leggen
en daarom is ze hier. Zij weet onze wol nog te waarderen als het aan de mensen
ligt wordt wol gewoon weggegooid, terwijl het zo’n lekker warm en zacht
velletje kan zijn. Er zijn meer vogels die onze wol gebruiken voor hun nestje,
zodat ze lekker zacht zitten en hun eitjes langer warm blijven als ze even van
hun nest af moeten’.
Dat vond Sam een mooie gedachte en ze mekkerde vrolijk tegen
de raaf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten