Allemaal zijn we er mee opgegroeid, liedjes als schaapje, schaapje, heb je witte wol en
later op de grote stille heide.
Heerlijke liederen druipend van sentiment en nostalgie, die het romantische
beeld van de schaapherder bevestigen. In de loop der jaren is echter behoorlijk
wat veranderd.
De grote, stille heidevelden zijn inmiddels verdwenen: stilte is
bijna nergens meer te vinden en de gebieden zijn behoorlijk ingeperkt. Wel
vinden we nog enkele oude schapenrassen, die dankzij liefhebbers de kans
krijgen te grazen op terreinen die lijken op het vroegere landschap, zij het
met kleinere kuddes op kleinere gebieden.
De liefhebbers die dit mogelijk maken zijn schaapherders.
Deze mensen hebben met zo veel regels en wetten te maken, dat het beeld dat wij
van oudsher van schaapherders hebben hun takenpakket bij lange na niet dekt.
Schaapherders moeten van zo veel zaken kennis hebben, dat we ze ook
dierenverzorger, ecoloog, verhalenverteller, hondengeleider, vogelaar,
techneut, handelaar, ondernemer, onderwijzer en wat al niet meer zouden moeten noemen.
Dit is de schaapherder anno nu. Maar voor hoe lang nog? De
kuddes stofferen nog steeds ons mooie landschap, maar dreigen te verdwijnen
door de stroeve overgang van subsidies naar een nieuw vergoedingenstelsel dat
maar niet van de grond komt.
Gelukkig ziet de provincie Gelderland het belang van haar
schaapskuddes in en heeft nu al twee jaar overbrugd met geld om de
schaapskuddes (echter op één na) financieel overeind te houden. Helaas verlenen
niet alle provincies zulke steun aan hun schaapherders. Om de provincie te
bedanken en haar te steunen in de contacten met Den Haag heeft een aantal zelfstandige
schaapherders bedacht een trektocht te organiseren door Gelderland.
Tegelijkertijd brengen we een ode aan de laatste driftherder van Nederland:
Willem Koestapel die in Loenen vereerd wordt met een standbeeld.